eXTReMe Tracker

schepen havezichtSOLD

Lovely painting of busy ships in the harbour, probably Amsterdam, painted by the aclaimed Jan Visser, Amsterdam  (1887-1943) accomplished artist known for such harbour scenes. J Visser was unfortunately accused by the Nazi's of sabotaging  German ships in the harbour of Amsterdam and was taken to the concentration camp at Vugt where he later succomed due to appalling treatment.

size: 95cm x 75cm

 

a full account of his life below in Dutch:

Jan Visser wordt op 6 maart 1887 geboren als vierde kind van Gerben Rienk Visser, koopman, en Lolkje Schrader. Als Jan vijftien jaar is, overlijden zijn beide ouders aan tbc. Hij komt in huis bij zijn oudste broer Rienk, die een kruidenierswinkel in Leeuwarden heeft. Jan raakt geïnteresseerd in nieuwe kunststromingen: de Jugendstil en Art Nouveau. Hij is geen kunstenaar, maar heeft wel gevoel voor het ‘kunstige’, de techniek van schilderen en lettertekenen in de nieuwe stijl.

Brussel – Leeuwarden – Parijs

Om het vak goed te leren, mag Jan naar Brussel, naar de beste vakschool in die tijd: de École Supérieure de Peinture Logelain. Op 1 oktober 1909 trouwt Jan met Aaltje Bergema. Het echtpaar woont in Leeuwarden. In 1910, Jan is dan 23 jaar, wordt zijn werk op de Wereldtentoonstelling in Brussel met een gouden medaille bekroond. Later gaat Jan naar Parijs, om zich nog verder te bekwamen. Als hij gediplomeerd terugkomt in Leeuwarden richt Jan daar de schildersschool Sint Lucas op, waar hij leerlingen de techniek bijbrengt die hij in Brussel en Parijs heeft geleerd.

Amsterdam

Leliegracht

Leliegracht

In 1921, het gezin telt inmiddels vijf kinderen, wordt Jan door het Schildersbedrijf W.K. Wits en Zoonen gevraagd om het pas opgerichte filiaal in Amsterdam te gaan leiden. Hij grijpt die kans, het gezin verhuist naar Amsterdam en gaat wonen op de Leliegracht 42. Daar worden nog twee kinderen geboren. Onder leiding van Jan groeit het filiaal uit tot een groot scheepsschildersbedrijf. Het bedrijf is gevestigd op het terrein van de NDSM [de Nederlandse Dok en Scheepsbouw Maatschappij] in Amsterdam-Noord. Daarmee bestaan goede relaties en daar komen de meeste opdrachten vandaan.
Jan neemt ook volop deel aan het bloeiende gereformeerde leven in Amsterdam. Twee van zijn zonen worden opgeleid aan de Vrije Universiteit tot gereformeerd predikant

Grüne Polizei

Op 15 september 1942 zet de Grüne Polizei plotseling het terrein af en arresteren de directeur, Jan Visser. Hij wordt verdacht van het zo niet plegen, dan in ieder geval beramen van sabotage-activiteiten met betrekking tot Duitse schepen die in de Amsterdamse haven liggen. Op 16 november wordt Jan naar het bureau van de Rivierpolitie in Rotterdam gebracht en daar gevangen gezet. Hij schildert er onder meer het boven afgebeelde zelfportret. Begin november wordt hij overgebracht naar kamp Amersfoort.

Kamp Vught

Op 13 januari 1943 gaat Jan met het eerste transport vanuit kamp Amersfoort naar kamp Vught. Hij schrijft daarover op 21 januari het volgende:
Plotseling moesten wij opbreken en naar Vugt gaan. Nog grooter, nog ruwer. Een treurige stoet van Proffen, Doktoren, Leeraren, generaals, majoors, kolonels…..kortom de bloem van het leger. De tocht was niet best. Beladen met bagage, op klompen, in oude militaire pakken, moesten wij een uur loopen, toen in een goederenwagen en daarna ruim twee uur loopen van den Bosch naar Vugt. Oververmoeid aangekomen. Door de lange marschen maar tevens door zwakte en ondervoeding.

Pellkartoffeln

Jan Visser maakt deel uit van de eerste groep gevangenen voor het nieuwe Schutzhaftlager. Een beperkte groep van ongeveer 250 man. Het transport vindt plaats op woensdag 13 januari, de winter is streng. Het kamp is nog niet afgebouwd. Het keukengebouw is niet klaar, alleen de keuken voor de SS werkt. In de meeste barakken zit nog geen glas in de vensters. In de eerste week zijn er geen matrassen en dekens. Zelfs geen etensbakjes. Er is al evenmin een ziekenboeg. Kommandant Chmielewski protesteert tevergeefs bij zijn superieuren dat er nu al gevangenen zijn. Het eten bestaat per dag uit een beker of muts koude Pellkartoffeln [aardappels in de schil], warm water met koolblaadjes en een stukje brood met wat jam.

In zijn brief van 21 januari schrijft Jan verder:
Maar na enige dagen begon het ook hier te dagen. Ik heb een betrekking gekregen bij den Heer ….. wiens naam ik op bijgaand papier vermeld. Was dat niet gekomen, ik had gevreesd voor mijn leven. Nu borden schilderen bij een warme kachel en ben mijn patroon dankbaar dat hij dit werkje voor mij heeft uitgezocht. Van het gedoe heb ik spit gekregen; en nu moet deze kachel mij redden. Want bovendien heb ik dikke voeten van de ondervoeding wat door stil te zitten en bijvoeding veranderd kan worden. Ik heb nog steeds hoop op deze laatste helft der maand voor vrijlating. Zoo niet dan zet ik het direct op 15 maart a.s., precies 1/2 jaar. Op de achterkant van deze brief staat een verzoek om een reeks artikelen; zeep, bouillonblokjes, koffie, thee, basterdsuiker. In een bus met een hangslot erop, anders is alles weg in 1 nacht.

22 januari 1943

De dag nadat Jan deze brief schrijft, dus op 22 januari, overlijdt hij.

Geboren in Leeuwarden op 6 maart 1887
Overleden in Kamp Vught op 22 januari 1943, 55 jaar